Waarom een kennel?
De zoektocht in het oerwoud van de fokkerij begon. Er moet een kennelnaam aangevraagd worden. De honden moeten de nodige gezondheisdtesten ondergaan en deze periodiek weer herhalen. Er zijn twee rasvereningen met elk hun eigen eisen. Er moeten shows gelopen worden om de juiste kwalificaties binnen te halen. De verdieping in stambomen en bloedlijnen begon, etc, etc. Gelukkig wist ik dit van tevoren niet allemaal en kwam ik stapje voor stapje verder. Wat me wel steeds duidelijker werd, is dat een kleinschalige huiskennel geen geld opleverd, het dekt hooguit de kosten. Uiteraard had ik dit voor mijn plannen ook wel eens gehoord maar echt geloven deed ik het toen nog niet.
Kortom, het papillonvirus woedt welig. Met dit virus hoop ik dan ook hondjes te mogen fokken waar de nieuwe eigenaars net zo veel plezier aan zullen beleven als ik dat doe. ( Mijn zoon merkt fijntjes op, na het lezen van deze tekst, dat dit niet mogelijk is, want zegt hij: niemand is zo dolletjes op haar hondjes als mijn moeder.)
In 2014 kochten we Django, een reutje uit Noorwegen. Door deze aankoop van Django, leerde ik een hele hoop over de import en export van honden. Elk land heeft weer zijn eigen regels. En natuurlijk de extra kosten die dit meebrengt.
En met de jonge honden zijn we afgelopen maanden heel gezellig samen naar de basiscursus gegaan.
Kortom, het betekent dat we zijn aangesloten bij rasverenigingen.